Instructor – brandingkajakken en veiligheid

PlannenWeten hoe en waar de juiste informatie kan worden verkregen waarmee de situatie van de golven en het weer voorspeld kunnen worden.
APV en verordeningenKennis van plaatselijke verordeningen en regels omtrent bijvoorbeeld vaarwegen voor de beroepsvaart.
ReddingsbrigadeAls een Instructor ook maar de geringste twijfel heeft over zijn eigenvaardigheden met betrekking tot de veiligheid, vaart hij/zij alleen onder toezicht van de reddingsbrigade.
Posten (hulp inroepen assistentie)Bij aflandige wind of afdrijven door wind en stroming langs de kust zorgt een Instructor voor voldoende assistentie om posten uit te zetten die een gebied af kunnen bakennen.
EHBO – Nood procedure plan – TelefoonnummersEen Instructor zorgt voor de noodzakelijke EHBO spullen, telefoonnummers en heeft kennis van een nood procedure plan.
WeerkundeEen Instructor beschikt over voldoende inzicht om gevaar bij weersveranderingen juist in te schatten (onweer en storm).

Vaar nooit alleen

  • Vaar altijd met een groep van minimaal drie mensen, waarvan ten minste twee geoefende brandingkajakkers zijn die zeer goed kunnen eskimoteren en een X of XX redding in de branding kunnen uitvoeren.

Draag altijd een zwemvest en een helm

  • Ook al ben je nog zo’n goede zwemmer, een zwemvest hoort tot de vaste uitrusting.
  • Ook een helm is noodzakelijk bij het brandingkajakken.
  • Een aanvaring met een andere kajakker of watersporter is niet ondenkbaar!

Zorg voor goed materiaal

  • Je kajak moet aan de voor- en achter- punt voorzien zijn van een goede grijplus.
  • In de beide punten van de kajak moet voldoende drijfvermogen zijn aangebracht (luchtzakken of schuim).
  • Zorg voor stevige voetsteunen.
  • Freestylekajak
; zorg dat grijplussen aan voor- en achter -punt in orde zijn.
  • Probeer bij een kleine freestylekajak zoveel mogelijk drijfvermogen aan te brengen.
  • Maak je kajak zoveel mogelijk passend met schuimblokken. Zorg dat je hierbij wel in staat blijft de kajak snel te verlaten als dat noodzakelijk is.

Zorg voor een goede beheersing van je kajak

  • Voordat je zonder de waarborging van erkende instructeurs/begeleiders gaat brandingkajakken moet je een aantal technieken goed beheersen.
  • Als het niet zeker is dat iemand je kan redden dan is het van essentieel belang dat je bom proof kunt eskimoteren (ook in de branding).

Zorg voor kennis van stromingen, getijden en weersgesteldheid

  • Ook bij kalm weer kan de zee gevaarlijk zijn en kan de stroming een zwemmer soms in ernstige problemen helpen.
  • Bij onweer of mist ga je direct uit het water.
  • Het is erg handig als je enige weer kennis hebt en een goede inschatting kunt maken.

Let op andere watersporters en zwemmers

  • De onderlinge snelheid tussen de diverse soorten watergebruikers kan gevaarlijke situaties opleveren. Neem nooit voorrang!
  • Zwemmers hebben altijd voorrang op kajakkers. Blijf ver bij hen uit de buurt (min. 50 meter.)
  • Op het strand mogen badgasten geen hinder ondervinden van gesleep en gesjouw met kajaks.

Let voortdurend op de andere kajakkers in je groep

  • Houdt voor elkaars veiligheid steeds oogcontact met de andere kajakkers van je groep.
  • Spreek van te voren tekens af en kijk regelmatig of iedereen nog in het zicht is (koppen tellen).

Voorrangsregels

  • Een kajakker of andere watersporter die van zee naar het strand gaat, heeft voorrang.
  • Als een aanvaring onvermijdelijk is moet de kajakker die geen voorrang heeft omslaan zodat het vaartuig dat van zee komt over de onderkant van zijn kajak kan varen.
  • Als twee kajakkers tegelijk een golf pakken heeft degenen die van rechts komt voorrang.
  • Onervaren kajakkers hebben voorrang op gevorderde kajakkers. Deze laatsten hebben controle over hun kajak en zijn eerder in staat een aanvaring te voorkomen (deze regel is van toepassing als een gevorderde kajakker zijn voorrang neemt!).
  • Vaar nooit recht vanaf het strand naar in zee liggende kajakkers toe.

Veiligheid en reddingen

  • Benader andere kajakkers, drenkelingen en kajakkers in nood, nooit vanuit zee.
  • Vaar eerst om hen heen en benader ze vervolgens vanuit de richting vanaf het strand.
  • Ga nooit met meerdere kajakkers naar een drenkeling toe.
  • Één kajakker kan hulp bieden en de anderen wachten op zijn aanwijzingen.
  • Voer nooit een reddingsactie uit in de brekerslijn.
  • Neem ook geen kajak aan je sleeplijn als je in de brekerslijn komt.
  • Iedere kajakker is verplicht om in een noodsituatie hulp te bieden of te organiseren.

Zorg ervoor dat op de wal alles is geregeld

  • Iemand moet weten waar je bent en hoe lang je weg blijft.
  • In de auto of in de kajak moet een eerstehulp set aanwezig zijn.
  • Zorg dat een lijst met telefoonnummers van het plaatselijke ziekenhuis, dokter, politie en reddingsorganisatie in de eerstehulpset zit.
  • Informeer van te voren bij een kajakvereniging of -bedrijf, de politie of gemeente of je op een bepaalde locatie mag kajakken. (A.P.V.)
  • Meld bij verlies van materiaal op zee de politie of reddingsorganisatie. Dit voorkomt het onnodig uitrukken van de reddingsboot.

Draag beschermende kleding

  • Tegen afkoeling helpt een goede wetsuit plus anorak. Draag deze kleding ook in de zomer. Onderkoeling is altijd een sluipend gevaar.